De volgende morgen werden we gewekt door de hospitalero terwijl iedereen denk ik al wakker was. Zoals ik al aangaf waren de eersten anderhalf uur eerder al opgestaan en al krakend met plastic en zo hun gang gegaan. Velen waren er ook al vertrokken met zaklampen. Na een ontbijtje in de albergue, een paar crackers en een stukje stokbrood met warm vocht wat koffie genoemd werd zijn we vertrokken en in Leon naar de plaats gelopen waar de Frances en de Salvador uit elkaar gaan. Even later een zandpad opgegaan langs een rivier wat vervolgens weer overging in grind/split. Heuveltjes werden al gauw bergjes en de opgangen werden al aardig steil. Onderweg twee andere wandelaars tegengekomen, een Italiaanse man en een Duits meisje die samen liepen en verder was het aardig uitgestorven. Deze route wordt niet zo veel belopen. De hele dag lopen we langs een rivier en de momenten dat het wat hoger gaat hebben we mooie uitzichten over het landschap. Deze eerste dag zijn we weinig dorpjes tegengekomen en de dorpjes die we zagen waren verlaten en zag je geen mens op straat op deze zondag. Misschien lag iedereen nog wel op bed om uit te slapen, het is hier vandaag Moederdag, een week eerder als thuis. In La Robla aangekomen zijn we eerst naar de albergue gegaan, een mooi schoon gebouwtje aan het einde van het dorp. Een dorpje met veel industrie en mijnbouw. Het was een leuke kleine albergue waar een Spaanse fietser behulpzaam was met het bellen naar de voldoende albergue want als je niet belt rekenen ze niet op je en heb je geen eten 's avonds. Later komt er nog een oudere man, Patrick, binnen. Een Ier van begin 70 jaar met wie we later op de avond op het dorpspleintje heerlijk buiten op het terras gaan eten. Het was vandaag een mooie licht glooiende route, lekker weer en vanavond gezellig afgesloten op het terras met het avondeten.